Scholen, internaten, en opvang
Van oudsher hebben de fraters veel gewerkt in het onderwijs. De stichter van de congregatie, bisschop Joannes Zwijsen, was erg aangegrepen door de armoede, het analfabetisme en de geestelijke verwaarlozing van de jeugd. Veel kinderen kregen nauwelijks onderwijs. Hij besefte hoe al deze dingen met elkaar samenhingen en begon met een christelijk antwoord erop. In de eerste tien jaar begonnen de fraters met de opvang van weeskinderen, onderwijs aan kinderen in achtergestelde wijken, een internaat, een rooms-katholieke handelsopleiding, een priesteropleiding, een kweekschool, een instituut voor blinde en doofstomme kinderen, en enkele zondagscholen.
Nog steeds is het onderwijs een belangrijk werkveld van de fraters. Op alle scholen werken de fraters inmiddels samen met een team van leken-leerkrachten: de aanwezigheid van de fraters is vaak essentieel voor de opbouw, de identiteit en de continuïteit. Naast het onderwijs vinden op de scholen nog andere activiteiten plaats. De fraters organiseren er katecheselessen, geven cursussen, en ondersteunen activiteiten op het gebied van sport en muziek. Zo zijn de scholen een centrum van maatschappelijke, culturele en ook religieuze vorming.
Op enkele plaatsen hebben de fraters ook de dagelijkse leiding over internaten. Dit betekent voor veel leerlingen – vooral als ze op afgelegen plaatsen wonen – dat ze toegang hebben tot goed onderwijs, die in hun directe omgeving niet altijd voorhanden is.