Frater Andreas van den Boer (1841-1917)

Frater Andreas van den Boer (1841-1917) was een frater met een bijzondere uitstraling. Zijn manier van leven heeft enorme indruk gemaakt op de mensen die met hem omgingen. Hij werd ook wel ‘de heilige frater’ genoemd. Na zijn dood werd frater Andreas al snel voor een wijde kring van mensen écht een heilige frater.


Wie was frater Andreas en wat bezielde hem?

Frater Andreas werd als Jan van den Boer op 24 november 1841 in Udenhout geboren. Hij was de jongste van zeven in een Brabantse boerenfamilie. De pastoor en schoolmeester zagen al snel iets als een roeping in Jan. De pientere jongen hield van lezen en studeren en was veel serieuzer dan de meeste andere kinderen van het dorp. Op zijn dertiende ging hij naar de nieuwe kweekschool van de fraters in Tilburg en bij zijn diplomering in 1859 koos hij voor een leven als religieus. In 1863 legde hij de geloften voor het leven af.

Wat bewoog hem om frater te worden? Het lijkt niet zo moeilijk om deze vraag te beantwoorden. Het leven van een boerenzoon die besloot religieus te worden en zijn leven aan het geloof, de kerk en het katholieke onderwijs te wijden, was een voor die tijd tamelijk gebruikelijk leven. Moeilijker is het om de volgende vragen te beantwoorden: waarom maakte frater Andreas zoveel indruk? En wat precies is voor mensen van vandaag bemoedigend en inspirerend in frater Andreas?

Frater en leraar

Aanvankelijk had frater Andreas een functie in het lager onderwijs, maar al snel kreeg hij de zorg toevertrouwd voor de ‘Latinisten’, een speciale vooropleiding voor jongens die priester wilden worden. Frater Andreas begeleidde in de periode 1871-1900 verschillende klassen, als leraar en directeur van deze opleiding. Het werken met jongeren van 12-18 jaar lag hem beter dan met kleine kinderen. Zijn serieuze persoonlijkheid kwam tussen de jongens met een roeping goed tot zijn recht.

Hij was een beminde leraar. Dat was iets eigenaardigs, want veel succes met het lesgeven had hij eigenlijk niet. Hij miste natuurlijk gezag en vlotheid. Wel had hij een persoonlijke visie op onderwijs en opvoeding. Zo was hij wars van de gewone onderwijsaanpak van zijn tijd en verfoeide hij het om kinderen te slaan en streng te straffen. Hij koos steevast voor een milde en humane benadering en ging serieus met de jongens in gesprek. Hij was een man die in de praktijk bracht wat barmhartigheid was, de barmhartigheid die de congregatie in haar naam droeg maar die in het grote en uitgroeiende onderwijsbedrijf niet voor iedereen voelbaar was.

Een eigenaardige frater

Ook in andere opzichten was frater Andreas een speciale frater. Hij was in alles zeer precies, nooit kwam hij te laat, en hij was zeer strikt in het omgaan met de religieuze leefregel. Als geen ander wist hij ook de kleinste bepalingen na te volgen en betekenis te geven. Zo werd hij voor veel fraters een model van religieuze gehoorzaamheid en een levend voorbeeld van het navolgen van de regel. Maar hij was veel meer dan dat. Hij was ook een hartelijke gemeenschapsman die zijn medebroeders welwillend terzijde stond en loyaal naar zijn oversten luisterde. Hij was vrolijk, vriendelijk en ongecompliceerd in de omgang. Hij klaagde nooit en onttrok zich aan geen enkele plicht. Zo werd hij een zeer gewaardeerde medebroeder.

‘Heilig’ tegen wil en dank

De schoolkinderen noemden frater Andreas ‘de heilige frater’. Dat was niet bedoeld als een compliment, frater Andreas kon immers niet goed orde houden. De aparte eigenschappen van frater Andreas, zoals zijn verlegenheid, verstrooidheid en bijna obsessieve streven om de klok te respecteren, werden geïnterpreteerd als een aspect van die spreekwoordelijke heiligheid. Verkeerde frater Andreas niet altijd in hemelse sferen? Was het geen wonder dat hij desondanks altijd precies op tijd was? Voor frater Andreas was dat gewoon een kwestie van gewetensvol leven, precisie en dienstbaarheid.

Ook zijn medebroeders gingen die bijnaam gebruiken voor frater Andreas. In het kapittel zei eens de communiteitsoverste frater Frumentius van Hulten, toen hij de regel uitlegde: “kijk maar naar frater Andreas, dat is een ‘heilige frater’ en hij past de regel perfect toe.” Frater Andreas ervoer het echter als een zware belasting, dat overste frater Frumentius hem als modelreligieus aan anderen ten voorbeeld stelde. Wanneer medebroeders hem gekscherend wezen op zijn veelbesproken heiligheid, wilde hij er niets van horen. Waarschijnlijk vond hij het ook een vorm van blasfemie, want het deed geen recht aan de Heiligheid van de grote en barmhartige God, van Christus, en van zoveel mensen die écht heilig waren. Hij probeerde nog stiller en onopvallender te leven. Het zou echter niet baten, hij was en bleef voor velen de ‘heilige frater’.

Zijn laatste jaren

Toen frater Andreas zeventig was en gezondheidsproblemen kreeg, werd hij overgeplaatst naar een fraterhuis in Tilburg. Hij leed aan ontstekingspijnen. Toen hij vrijwel geheel de controle over zijn rechterhand verloor, zei hij: “de genadige God geeft ons altijd een tweede kans. Ik kan niet meer rechts schrijven, maar nog wel links, niet meer met de pen maar nog wel met het potlood.”

Na enkele rustige jaren overleed hij tamelijk onverwacht aan een longontsteking, op 3 augustus 1917. Er zijn uiteenlopende getuigenissen over die laatste dagen: ellendig volgens sommigen, berustend en stralend volgens anderen. De man die bij zijn leven al wel ‘de heilige frater’ werd genoemd, werd eenmaal overleden nog veel heiliger: velen bleken bijzondere herinneringen te hebben aan deze man.

Na zijn dood

Na zijn dood werd frater Andreas al snel voor een wijde kring van mensen écht een heilige frater. Velen riepen hem in hun gebeden aan. Talrijk waren de bijzondere gebedsverhoringen die aan de tussenkomst van frater Andreas werden toegeschreven. Er gebeurden wonderen. Er ontstond een devotie. Zijn graf werd een plaats van bedevaart. De zo bescheiden en teruggetrokken frater werd een beroemdheid.

De fraters riepen in 1924 een Frater Andreas Bureau in het leven dat de opdracht kreeg de verhalen over frater Andreas en de getuigenissen van wonderen vast te leggen. Toch zou het tot na de oorlog duren voordat een officieel proces voor de zaligverklaring kon beginnen: in 1947-1948 werden de vele getuigenissen en wonderen door een commissie van kerkelijke deskundigen bestudeerd en verzameld. Dit proces werd in de decennia erna voortgezet. In 2009 verhief de kerk frater Andreas tot ‘eerbiedwaardige dienaar’. Het is nu nog wachten op een wonder dat officieel erkend kan worden, voordat de kerk tot zaligverklaring kan overgaan. Ondertussen is er elke eerste maandag van de maand een Andreasviering bij het graf van frater Andreas in de kapel van het Generalaat in Tilburg.

Frater Andreas vandaag

Eén ding is zeker: voor frater Andreas zelf zou dat proces van zaligverklaring niet nodig zijn geweest. Als hij er, een eeuw na zijn dood, weet van zou hebben, dan zou hij zich er waarschijnlijk even ongelukkig bij voelen als toen hij de in zijn ogen niet verdiende bijnaam van ‘heilige frater’ moest aanhoren. We hebben in frater Andreas geen hemelbestormende kandidaat-zalige, maar een heel eenvoudige man, een zalige zonder andere pretenties dan zuiver leven vanuit het evangelie.

Het bijzondere van frater Andreas schuilt in dat gewone, in die eenvoud. Frater Andreas kan een voorbeeld zijn voor leerkrachten, hulpverleners en andere werkers van barmhartigheid, tot wie hij heel zachtjes lijkt te zeggen: “wat ik kon doen als eenvoudige broeder, kunnen jullie eveneens. Doe het maar gewoon.” Frater Andreas bracht menselijkheid in een wereld die dikwijls streng en hard was, hij had aandacht voor de losers waar anderen vooral keken naar de winnaars en de besten. Medebroeders die twijfelden, bood hij met zijn dienstbare voorbeeld een zachte bemoediging. 

Een patroon voor gewone mensen

Tijdens de herdenking van het honderdste sterfjaar van frater Andreas (augustus 2017) sprak frater Wim Verschuren: “Het zou mooi zijn als frater Andreas zalig verklaard wordt, want dan zouden we een patroon hebben voor alle schijnbaar gewone mensen, die vaak niet gezien worden, maar groot zijn in hun toewijding aan mensen die ze op hun weg tegen komen.”

Charles van Leeuwen, De wereld van frater Andreas. Tilburg, Fraters CMM, 2017. Paperback. Geïllustreerd, 223 blz. Prijs € 15,-. ISBN: 978-90-824078-3-9

De wereld van frater Andreas

Dit boek verscheen ter gelegenheid van de 100e sterfdag van de eerbiedwaardige frater Andreas (1841-1917). Hoe was het in die negentiende eeuw om frater te zijn? Hoe functioneerde het katholieke internaat Ruwenberg en hoe beleefden de leerlingen en leraren dat? Hoe keken frater Andreas en zijn tijdgenoten aan tegen de ingrijpende veranderingen van kerk en samenleving?

De lezer komt eenvoudige boeren en deftige ondernemers tegen, ambitieuze priesters en vurige katholieken, glimmende heiligenbeelden en moedige missionarissen, idealistische wereldverbeteraars en vooral veel ongedurige schoolkinderen. Hij kijkt als het ware even door de bril van frater Andreas en ziet zijn wereld.

Herinneringen aan frater Andreas

Klein boekje over het leven van frater Andreas, gezien door de ogen van zijn medebroeders. Met teksten van Maximino Arts, Tharcisio Horsten, Amatus Hosemans, Paschasius van Loon, Modestus Spierings, Victor Zwijsen.

Herinneringen aan frater Andreas. Samengesteld en ingeleid door Charles van Leeuwen. Tilburg, Fraters CMM/Valkhof Pers, 2007. Paperback. Geïllustreerd, 127 blz. ISBN 978-90-812137-1-4