Voltooiing (vanaf 1970)
In sommige overzeese gebieden werd de congregatie verder uitgebouwd, maar op andere plaatsen werd het werk afgebouwd, om verschillende redenen.
Zonhoven, België
Vergrijzing en voltooiing in Nederland en België
In Nederland en België was de situatie sinds de jaren ‘70 erg veranderd. Er kwamen hier weinig nieuwe fraters meer bij, veel communiteiten werden gesloten en fraterscholen in Nederland en België werden voortgezet door leken. Dat wil niet zeggen dat er hier niets meer gebeurt: de nog actieve fraters zijn bezig op bestuurlijk gebied, of in de Beweging van Barmhartigheid, bij Kloosterhotel ZIN, of organiseren activiteiten in de Elimcommuniteit. Allemaal zijn ze op een of andere manier betrokken bij projecten gericht op de zwakkeren in de samenleving.
Voltooiing in overzeese gebieden
In het verleden waren de fraters, als missionarissen, ook aanwezig op Curaçao, in Suriname, Zaïre (Congo), de Verenigde Staten, en Ierland. In deze landen zijn vandaag de dag geen fratercommuniteiten meer, maar hun werk, met name op het gebied van onderwijs, leeft vaak nog steeds voort.
Expositie CMM-erfgoed in Scherpenheuvel, Curaçao (2016)
Pater Superior de Beer geeft de eerste 3 missionarissen zijn zegen (1886)
Expositie CMM-erfgoed in Scherpenheuvel, Curaçao (2016)
Curaçao
De eerste drie missionarissen van de Congregatie van Fraters CMM werden in 1886 naar Curaçao gezonden. Het hoofdbestuur wilde hier een soort kostschool voor rijke kinderen: de congregatie had een bron van inkomsten nodig en wilde ook in de overzeese gebiedsdelen iets neerzetten als het prestigieuze Ruwenberg. Dat werd het St. Thomascollege, deels gericht op welgestelde kinderen uit Venezuela en omliggende landen, want de Antillen waren te klein voor zo’n school.
De fraters die werden uitgezonden, zagen echter ook een arme bevolking met een hoog percentage kinderen die niet konden lezen en schrijven. Zij herinnerden zich Zwijsens armenscholen en begonnen met de opvang van wezen op Santa Rosa en kort daarna op Scherpenheuvel. Natuurlijk bepaalde het bestuur in Tilburg de keuzes, maar niet helemaal. De plaatselijke fraters deden het gewoon allebei, het één officieel en het ander erbij. De vuistregel was dat tegenover elk rijk kind minstens één arm kind onderwijs moest krijgen.
In de jaren 1970 en 1980 begon door de afname van het aantal leden van de congregatie en het verplaatsen van het werkterrein van de congregatie naar andere landen de belangrijke rol van de fraters op Curaçao af te nemen. Het werk in onderwijs en opvoeding werd overgenomen door mensen uit de lokale bevolking.
Uit waardering voor het werk dat de fraters voor meer dan een eeuw verricht hebben op het gebied van onderwijs, vorming, cultuur en sport werd in 2016 (door de Stichting St. Thomas College) een permanente expositie ingericht op Huize Scherpenheuvel, de plaats van waaruit de fraters werkzaam waren.
Suriname
In december 1901 verzocht de toenmalige bisschop van Paramaribo, Mgr. Wulfingh, aan de algemene overste van de fraters, om fraters voor het jongensweeshuis. Op dat verzoek werd welwillend gereageerd. De overste schreef een brief aan alle fraters in Nederland waarin hij vroeg om geïnteresseerden voor deze missie. 90 fraters reageerden en toonden interesse! Dat was toen zo’n 10 % van het totale aantal fraters. Er was dus vanaf het begin veel belangstelling om te werken in Suriname.
De fraters zijn sinds 1903 in Suriname aanwezig geweest, tot 2012. Het accent van hun werkzaamheden heeft altijd op onderwijs gelegen, maar daarnaast hadden de fraters ook een internaat en een drukkerij, ondersteunden ze de plaatselijke kerk en tal van jongerenverenigingen. Een van de activiteiten die de fraters ondersteunden was het Christoforus internaat voor schoolgaande kinderen in de Surinaamse hoofdstad.
De laatste drie fraters Laurenti Verhoeven, Johannes van Berkel en Lambertus Berkers die er tot 2012 woonden, deden na hun pensionering vooral vrijwilligerswerk. Na een plechtige afscheidsbijeenkomst op 19 februari 2012 zijn zij naar Nederland teruggekeerd. We vertrouwen erop dat hun werk nu door leken zal worden voortgezet.
Christoforos Internaat in Paramaribo, Suriname
Suriname neemt afscheid van frater Laurenti (2012)
Communiteit in Lubunda, Congo (1960)
Congo
In 1958 zond de congregatie missionarissen naar Congo. Deze keuze werd ingegeven door de missie-encycliek Fidei Donum (geschenk van het geloof) van paus Pius XII uit 1957. De paus vroeg religieuzen uit rijkere landen mee te werken aan de missie van de kerk in armere landen. De fraters gaven hieraan gehoor en zijn vanaf 1958 tot 1975 actief geweest in het Franstalig lager onderwijs en zijn ook een middelbare handelsschool begonnen in Congo.
Vanwege de verslechterende relatie tussen kerk en staat, het verbod van godsdienstonderwijs, en de overname van de katholieke scholen en internaten door de regering werd besloten om de communiteiten van de fraters in Tshikapa en Kananga te sluiten en de fraters op 15 juli 1975 terug te trekken naar Nederland en België.
Verenigde Staten en Ierland:
California
Bijna vijftig jaar lang hadden de fraters ook huizen in de Verenigde Staten, namelijk in de plaatsen Oxnard en Los Angeles. De communiteiten daar werden in 1963 opgericht. De fraters waren in Amerika vooral werkzaam in het onderwijs en pastoraat.
De regio California leidde lange tijd een bloeiend bestaan en telde ongeveer 15 fraters, maar in de jaren ’90 nam dit aantal sterk af doordat oudere fraters naar Nederland verhuisden. Vier fraters vonden hun laatste rustplaats op de begraafplaats in Oxnard. In 2011 is de laatste communiteit in Los Angeles gesloten, en daarmee werd ook de CMM-regio Californië opgeheven.
Ierland
In Cork, Ierland was een studiecommuniteit gevestigd waar de fraters zich konden voorbereiden op de missie in de Afrikaanse gebieden. Ze vervolmaakten hier hun Engelse taal en behaalden universitaire graden die in Kenia en Namibië voor het onderwijs werden geaccepteerd.