Op zaterdag 5 oktober werd in de Nederlandse provincie van de Fraters CMM het 180-jarig bestaan van de Congregatie gevierd. Op 25 augustus 2024 was het 180 jaar geleden dat de congregatie werd gesticht door pastoor Joannes Zwijsen, die later nog bisschop en aartsbisschop zou worden.
Ieder jaar opnieuw herdenken de fraters wereldwijd die stichtingsdag. De 180ste verjaardag werd in Nederland gezien als een moment om er meer nadrukkelijk bij stil te staan. Dat gebeurde op zaterdag 5 oktober 2024 “in een eenvoudig samenzijn van fraters van de Nederlandse provincie met de geassocieerde leden, de leden van het generaal bestuur maar ook – en daar zijn we blij mee – met enkele fraters uit Indonesië, Kenia, Brazilië en Timor Leste, deelnemers aan de Algemene Vergadering. Hun aanwezigheid illustreert het internationale karakter van de congregatie,” aldus frater Broer Huitema, provinciaal overste, in zijn toespraak bij deze gelegenheid.
Laat niets verloren gaan
Het feest begon die dag met een Eucharistieviering, voorgegaan door pastor Theo te Wierik in de kapel van Woonzorgcentrum Joannes Zwijsen. Hij keek in zijn overweging terug op “hoe al die mannen en vrouwen van toen, in het onderwijs, in de gezondheidszorg, in het pastoraat, in het sociaal maatschappelijk werk en in de besturen, lieten zien dat niets verloren mocht gaan van wat de Eeuwige als mooi en goed en waardevol had beschreven bij de aanvang van de schepping. Er is religieus geleefd door al die jaren”, vervolgde hij. “Vaak met vallen en opstaan…want het was niet altijd gemakkelijk (en dat is het vaak nog niet) om met elkaar een hechte gemeenschap te vormen als religieuzen maar ook als mensen die aan elkaar gegeven zijn in stad en land…hier en elders in de wereld. Er is hard gewerkt.” Aldus pastor Theo.
Moedig en vreugdevol
Ook frater Broer keek in een korte samenvatting terug op wat er in de loop van die 180 jaar zoal is gebeurd: “We hebben een bewogen geschiedenis achter de rug. Een geschiedenis van successen maar ook van mislukkingen. Van opbouw maar ook van afbouw, van het oprichten van nieuwe communiteiten en projecten maar ook van het sluiten ervan, van vele intredes maar ook van uittredingen. Van verdriet om fraters die onze gemeenschap verlieten, soms na vele jaren, maar ook het verdriet om fraters die overleden, soms nog in de bloei van hun leven. Periodes van groei en stilstand, zowel wat betreft de missie als de spiritualiteit. Wat me echter opvalt is, dat er gedurende heel die geschiedenis wereldwijd altijd weer jonge mannen de stap hebben gewaagd om in te treden én dat er – ondanks terugloop -besturen wereldwijd altijd weer de durf hebben gehad om nieuwe projecten en nieuwe stichtingen te beginnen.”
Gefeliciteerd!
Volgende
Het hart van een leider