Loyola, een markante frater
tekst: Hans Peters. Bron en beeldarchief: Ben van Hamond
tekst: Hans Peters. Bron en beeldarchief: Ben van Hamond
Dit najaar bestaat de congregatie van de Fraters van Tilburg 175 jaar. Een uitgelezen moment om een biografie te publiceren over zijn oom, de markante Tilburgse frater Loyola (1903 – 1984), vond Ben van Hamond. En een goede gelegenheid om nog eens te benadrukken dat niet alle fraters misbruik maakten van de hen toevertrouwde kinderen: “Want daarmee doen we veel fraters enorm tekort.”
frater Loyola Hinten, 1945
Ben van Hamond is geboren en getogen in de wijk Theresia, waar hij eerder over publiceerde: “Ik weet nog goed dat Loyola, een broer van mijn moeder, bij ons werd afgezet als de fraters naar een wedstrijd van Willem II gingen. Dan zat na afloop de hele bups bij mijn moeder aan de koffie en de borrel.”
Loyola groeide als Bernardus Martinus Cornelis Hinten op in een gezin met acht kinderen. Ben: “Als kind al wilde hij frater worden. Hij had zelfs nachtmerries dat de duivel hem dat zou beletten. Echter, niet de nachtmerrie, maar de droom kwam uit; op 12-jarige leeftijd werd hij toegelaten tot de vooropleiding van de fraters in Goirle. Op zijn 17e ging hij naar de kweekschool van de fraters, de Sint Stanislaus aan de Gasthuisring waar nu het Missionair Servicecentrum Tilburg (MST) zit. Ben: “Loyola gaf les op diverse parochiescholen, in de Hasselt, op Korvel en in de Hoefstraat. Zijn naam werd gemakshalve verbasterd tot Jola, wat al snel door iedereen werd overgenomen.”
In de Tweede Wereldoorlog werden de schoolgebouwen gevorderd door de Duitsers. Maar de fraters lieten zich niet kennen en bleven lesgeven. Jola ontwikkelde uit nood eigenhandig lesmateriaal, dat heel geschikt bleek voor moeilijk lerende kinderen. De inspecteur van onderwijs wijst hem op de mogelijkheden van het Buitengewoon Lager Onderwijs (BLO). En al spoedig komt hij terecht op De La Salle in Boxtel, een internaat voor zeer moeilijk lerende kinderen. Daar voelt hij zich als een vis in het water en hij blijft er dan ook tot aan zijn dood.
Ben trad in de voetsporen van zijn oom, ging ook het onderwijs in en werkte zelf een tijdlang op De La Salle. Ben: “Ik heb Jola ervaren als een uitzonderlijk pedagoog, zijn lesmateriaal was doorslaggevend. Jongens waar geen land mee te bezeilen was kreeg hij aan het lezen en schrijven. Zelf werd hij in toenemende mate doof maar de jongens zouden hem nooit onderuithalen: Jola pestte je niet. Ze hadden respect voor hem.” Jola boekstaafde zijn memoires, herinnerde zich feilloos namen bij foto’s van lang geleden en schreef stukjes in het jeugdblad de Engelbewaarder, de voorloper van de Taptoe en de Okkie. Gelukkig is zijn archief bewaard gebleven binnen de familie. Ben: “Hij liet zoveel materiaal na dat hij als het ware aan zijn eigen boek meeschreef.”
Loyola was een familieman, hij kwam vaak bij de Van Hamonds en andere broers en zussen over de vloer. Een kloosterman en vooral ook een onderwijsman in hart en nieren. Loyola vond het leuk om leerlingen ertussen te nemen: “Eentje kwam er uit Vlissingen. Tijdens een dagje uit liep Jola langs het huis van zijn pupil. Na het weekend zei hij tegen hem: ‘Wat hebben jullie een mooie, blauwe gordijnen!” “Hoe weet u dat?”, vroeg de leerling stomverbaasd. Antwoord: “Fraters weten alles!”
Na zijn pensioen gaf Jola nog een aantal jaren bijles als remedial teacher. Ben, trots: “Hij is in het harnas gestorven. Als tachtigjarige gaf hij ‘s ochtends nog les aan vijf leerlingen, ’s middags verwisselde hij het tijdelijke voor het eeuwige.”
Ook aan zijn eigen schooltijd bewaart Ben mooie herinneringen: “Ach ja, die mooie verhalen over Nova Zembla en andere hoogtepunten uit de vaderlandse geschiedenis. In de winter werd het schoolplein onder water gezet om ons te leren schaatsen. De fraters voetbalden met ons mee en richtten jongenskoren op. Je was trots als je daar lid van was. En als je al een tik op je hoofd kreeg, was dat van een leken leerkracht, nooit van een frater.” Allengs namen leken het lesgeven over van de fraters, 1967 was het omslagpunt. Anno 2019 zijn er nog zo’n 30 fraters in Nederland en Belgie, het gros zit over de aardbol verspreid. Deze hele gemeenschap is in een klap weggevaagd terwijl zo’n beetje elke Tilburgse babyboomer is grootgebracht met de fraters. Ben: “Eigenlijk waren het een soort jongerenwerkers avant la lettre met hun buitenschoolse activiteiten; ze investeerden in je.” Dit was de positieve kant van de geestelijkheid, die in de hele samenleving haar voelsprieten had. Dat dit ook wel eens leidde tot bevoogding en betutteling, soit. Ben: “Maar de zwarte bladzij van het seksueel misbruik binnen de Rooms Katholieke Kerk is absoluut niet goed te praten, het is juist dat er zoveel aandacht voor is. Anderzijds waren er ook genoeg fraters die kinderen respecteerden, zoals Jola. Die boodschap wil ik doorgeven via mijn boek, hij was een lichtend voorbeeld!”
Het boek Jola is te bestellen door overmaking van €27,50 op rekening NL67 INGB 00053117809 tnv Ben van Hamond te Drunen ovv eigen naam en (email) adres.
Voor meer informatie; mail naar Ben van Hamond: benendiny@hotmail.com.
Dit artikel verscheen eerder in De Draad nummer 4, 2019, jaargang 5. De Draad is een uitgave van Stichting De Draad en ContourdeTwern.
frater Jola en collega’s
foto bovenaan: frater Jola en zijn familie