Schokkende berichten over seksueel misbruik

Vanaf maart 2010 komen steeds meer berichten in de openbaarheid over seksueel misbruik binnen katholieke instituten. Daarbij worden ook namen genoemd van fraters die van hun positie als onderwijzer of opvoeder misbruik hebben gemaakt. Algemeen overste, frater Broer Huitema, reageert in een open brief op de berichten.

Afgelopen maandag ben ik teruggekeerd van een werkbezoek van een maand aan Indonesië. Na zoveel weken weggeweest te zijn geweest ben ik altijd blij weer naar huis te kunnen. Deze keer was de terugreis met gemengde gevoelens. De berichten die me hadden bereikt waren verontrustend, vooral toen ik hoorde dat de congregatie er ook bij betrokken was. Thuisgekomen heb ik me meteen verdiept in alles wat in de media is verschenen en het heeft me sindsdien niet losgelaten.

Omvang

Dat er in het verleden hier en daar sprake is geweest van seksueel misbruik was mij wel bekend; ik ben echter enorm geschrokken van de omvang. Het was schokkend om te lezen wat eigen medebroeders slachtoffers hebben aangedaan. Ook al is het lang geleden en heb je er zelf geen schuld aan, je voelt je toch aangesproken. Toen ik dat allemaal las kwamen allerlei gevoelens los: van schaamte, van verwarring, van er geen goed raad mee weten, van vooral ook medelijden met al die slachtoffers. Kortom: ik voel me behoorlijk ellendig na alles wat ik lees en hoor. Ik heb niet kunnen vermoeden dat het op zo’n grote schaal gebeurde. Medebroeders die weerloze minderjarigen hebben misbruikt en dat voor langere tijd, soms jaren lang; medebroeders die misbruik hebben gemaakt van hun positie die hun door de congregatie was toevertrouwd.

Pijn, verwarring en schaamte

Het is dubbel zo triest als ik de verhalen lees over met name Huize Nazareth in Tilburg en het blindeninstituut in Grave. Blijkbaar is het misbruik op die internaten op grotere schaal voorgekomen. Waarbij meerdere medebroeders waren betrokken. Dat zijn geen uitzonderingen meer. Het betreft hier kinderen in een achterstandssituatie. Terwijl de congregatie juist is opgericht om dergelijke kwetsbare groepen een goede opvoeding te geven, blijkt dat juist bij die meest weerloze kinderen medebroeders misbruik hebben gemaakt van hun kwetsbaarheid. Dat is schrijnend voor de slachtoffers die het jarenlang met zich mee hebben gedragen en er niet mee naar voren durfden of konden komen. Ik vind het ook ellendig voor al die medebroeders die met grote inzet en in grote trouw het ideaal van de congregatie op de goede manier hebben nageleefd en die nu geconfronteerd worden met alle negatieve berichten. Pijn, verwarring en schaamte is ook hun deel. Ik zit eigenlijk met een dubbele loyaliteit: met de slachtoffers die getraumatiseerd zijn en met mijn ‘familie’, de medebroeders die dit nu moeten lezen en verwerken.

Gesprekken

Naar de slachtoffers toe wil ik zeggen, namens de congregatie, dat het me verschrikkelijk spijt wat hen is overkomen. En ik wil herhalen wat de provinciale overste al eerder heeft gezegd, dat ik graag bereid ben om met de slachtoffers een gesprek te voeren. Ik wil hen de gelegenheid geven om rechtstreeks hun verhaal te doen aan mij, als vertegenwoordiger van de congregatie waar de dader lid van was.

Klik hier voor de tekst van de volledige brief die verscheen in het Brabants Dagblad en andere media.