Geen frater, wel verbonden: geassocieerde leden

Onze gemeenschap kent ook geassocieerde leden, dat zijn mensen die ons leven willen delen zonder in álles onze levenswijze te volgen. Ze geven dat op een eigen manier en in een eigen context vorm, bijvoorbeeld in hun werk of gezin.

Delen in het leven van de fraters

De congregatie biedt sinds eind jaren negentig de mogelijkheid tot een verregaande vorm van participatie door het geassocieerd lidmaatschap. Geassocieerde leden zijn mensen die ons leven willen delen zonder in álles onze levenswijze te volgen. Ze verlangen naar een religieus leven, maar geven dat op een eigen manier en in een eigen context vorm, bijvoorbeeld in hun werk of gezin. De spiritualiteit van barmhartigheid en broederschap van de Fraters CMM is daarbij het uitgangspunt. Daarnaast deelt een geassocieerd lid in de zending van de congregatie door zich in te zetten voor bepaalde taken en is hij of zij betrokken bij een communiteit. Op dit moment telt de Nederlandse CMM-provincie negen geassocieerde leden. In de overige gebieden van de congregatie bestaat de mogelijkheid tot associatie nog niet, maar wordt deze wel onderzocht.

Vormingsperiode

We bieden belangstellenden voor een geassocieerd lidmaatschap, na een eerste kennismaking, een vormingsperiode aan van ongeveer een jaar. We denken dat je zeker een jaar nodig hebt om ons beter te leren kennen en ook zelf zicht te krijgen op je beweegredenen en verlangens om een verbintenis aan te gaan. Tijdens die vormingsperiode krijg de kans om aandacht en zorg aan je geloof te besteden en persoonlijke contacten op te bouwen binnen de fratergemeenschap. We hopen ook, dat je in dat jaar vertrouwd wordt met onze levensstijl en concrete ervaring opdoet met een of meerdere van onze activiteiten.

In het begin heeft een aspirant geassocieerd lid vooral contact met één fratercommuniteit. De overste van deze communiteit is verantwoordelijk voor de vorming van het aspirant lid, in samenspraak met de provinciale overste.

De verbintenis

Geassocieerd lidmaatschap is een formele binding aan onze congregatie. Een verzoek tot geassocieerd lidmaatschap wordt gericht tot de provinciaal overste, die dit verzoek zal bespreken met het generaal bestuur. De algemene overste neemt, namens de congregatie, uiteindelijk het besluit om een geassocieerd lidmaatschap mogelijk te maken. De verbintenis gebeurt in een liturgische viering, en van de aanvaarding wordt een akte opgemaakt.

Een religieus engagement is in principe een keuze voor onbepaalde tijd: kiezen voor God is een levenshouding. Maar je kunt er wel voor kiezen om vanuit die veel meer omvattende levenskeuze een bepaalde tijd in een bepaald verband te leven en actief te zijn. Dat is de reden waarom wij een geassocieerd lidmaatschap van drie jaar voorstellen, met de mogelijkheid het te verlengen.

Als je je met ons verbindt als geassocieerd lid, leg je niet de drie geloftes af zoals de fraters doen (gehoorzaamheid, zuiverheid, armoede). Wel verwachten we dat je leeft vanuit dezelfde christelijke grondhouding van aandacht, toewijding, en eenvoud, dat je een open en luisterende houding aanneemt naar de ander en bereid bent om aan vragen van die ander en van de gemeenschap gehoor te geven.

Concreet

Wat betekent het geassocieerd lidmaatschap in de praktijk? Hieronder vindt u het verhaal van één van hen, Betty Karhof.

“Ik zoek een dak boven mijn ziel, een plaats waar stilte en spiritualiteit gewoon zijn, grond onder mijn voeten. Buiten lijkt het wel of ik moet uitleggen waarom ik geloof, en er dus maar niet meer over praat.”

Betty werd in 1991 uitgenodigd voor een meditatieve bijeenkomst in de Tilburgse Elimcommuniteit. Ze voelde zich welkom. In de daarop volgende jaren leerde ze daar over barmhartigheid, mediteren en bijbel. Er vormde zich bij haar een beeld van de fraters en hun betrokkenheid op de zwakkere, ver weg en dicht bij. Toen in 2005 de vraag kwam na te denken over associatie, verbaasde dat haar een beetje. Wat kon zij betekenen, wat kon haar zending zijn? Durfde ze ja te zeggen? In 2006 ging Betty Karhof haar tijdelijke verbintenis aan. Daarbij zei ze: “Ik zoek een dak boven mijn ziel, een plaats waar stilte en spiritualiteit gewoon zijn, grond onder mijn voeten. Buiten lijkt het wel of ik moet uitleggen waarom ik geloof, en er dus maar niet meer over praat. Ik probeer door mijn werk voor de Vincentiusvereniging mijn zending vorm te geven: omkijken naar mensen heel dichtbij.”

In 2009 verbond Betty Karhof zich voor het leven aan CMM. Ze wilde voorgoed leven vanuit de grondhouding van aandacht, toewijding, eenvoud. De Vincentiusvereniging vroeg veel van haar en langzaamaan werd dat teveel. In 2012, na 22 jaar, droeg ze haar werk voor Vincentius over aan jongeren, met pijn in het hart. Voorzichtig nam Betty Karhof toen in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen enkele taken op zich, waaronder het verzorgen van een wekelijks uurtje klassieke muziek voor bewoners, een leesgroepje Nederlandse literatuur. Op dinsdag is ze gastvrouw bij de ‘inlooplunch’ van de Elimcommuniteit.

Bij de fraters in het woonzorgcentrum treft ze een eenvoudig leven aan, zonder franje. Ze voelt zich  daar welkom en deelt in vreugde en verdriet.  Ze bezocht ooit met andere geassocieerde leden het museum van het begijnhof in het Belgische Hoogstraten. De begijnen mochten hun bezittingen houden, maar legden geloften af van zuiverheid, gehoorzaamheid en grootmoedigheid. Ze besloot: “Een prachtig woord, ‘grootmoedig’ zijn, groeien in delen en geven, vergeven misschien. Je klein kunnen maken. Daar heb je moed voor nodig. Grote moed.”

Interesse?

Over het geassocieerd lidmaatschap van de congregatie verscheen in 2006 het boekje ‘Delen in het leven van de Fraters CMM’. Het is verkrijgbaar bij het secretariaat van het generaal bestuur, Gasthuisring 54, 5041 DT Tilburg, tel. 013-5432777, e-mail: join-us@cmmbrothers.nl. Of vraag naar frater Niek Hanckmann van de werkgroep ‘Toegewijd Leven’ voor een persoonlijk gesprek.