Vincent de Paul, vader van de armen

Vincent de Paul (1581-1660) wordt ook wel de ‘vader van de armen’ genoemd. Hij ijverde ervoor dat de kerk aanwezig zou zijn onder de allerarmsten. ‘Ons klooster, dat is de wereld’.

Patroonheilige

Toen onze congregatie werd opgericht, kreeg ze Sint Vincentius als beschermheilige. Dit is meer dan zomaar een devotie. We volgen namelijk in ons religieuze leven een model na dat door Vincent de Paul is aangereikt.

Vincent de Paul (1581-1660) ijverde ervoor dat de kerk aanwezig zou zijn onder de allerarmsten. Zelf gaf hij het voorbeeld door onvermoeibaar stad en land af te reizen en waar nodig te zorgen voor de verdeling van voedsel en kleding, opvang van weeskinderen, verpleging van zieken en gehandicapten en onderwijs aan analfabeten. Ook geestelijke zorg was van belang, hij ving vluchtelingen op en begeleidde gevangenen.

Mattheüs 25

Vincentius verkondigde het evangelie door wat hij deed, in het bijzonder het vers: ‘Alles wat je voor een van de minste broeders en zusters van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan’. In plaats van ‘Vincentiaanse spiritualiteit’ spreken we dan ook wel over ‘Vincent’s spirituele manier van doen’.  Vincentius deed al die dingen niet alleen, maar wist veel andere mensen te bewegen om zich met hem in te zetten voor het werk van barmhartigheid. De kerk heeft Vincentius dan ook tot schutspatroon verklaard van de caritas-instellingen, oftewel alle initiatieven van liefdadigheid uit katholieke kring.

Rijk en arm bij elkaar brengen

Vincentius had een wijde blik en keek verder dan de meeste anderen. Hij werd geboren in een eenvoudige boerenfamilie in Zuid-West Frankrijk en koos ervoor om priester te worden. Als priester kwam hij in contact met adellijke families en met het hof. Typerend voor Monsieur Vincent was dat hij met rijk en arm kon omgaan en deze in de maatschappij zo streng gescheiden groepen ook bij elkaar kon brengen.

Kringen van liefdadigheid

Hij begon bijvoorbeeld met een kring van welgestelde dames, de Dames de la Charité, de Dames van Liefde, de armen- en ziekenzorg in zijn parochie systematisch aan te pakken. Dat was een nieuw model en het sloeg aan: in veel andere parochies ontstonden ook zulke kringen. Ook verzamelde Vincentius enkele priesters om zich heen en begon met wat de Congregatie van de Missie zou worden: een organisatie voor katholiek ontwikkelingswerk die een enorme activiteit ontplooide, in de stad maar vooral op het arme platteland.

Georganiseerde barmhartigheid

Omdat er nog zoveel meer werk was in zorg en onderwijs en de deftige dames maar beperkt inzetbaar waren, begon Vincent ook met zusters, die hij Filles de la Charité noemde, Dochters der Liefde. Aan het eind van zijn leven gaf Vincent leiding aan honderden mensen – priesters, leken en religieuzen – die hun leven aan de barmhartigheid wijdden: op scholen en in kinderhuizen, in klinieken en sterfhuizen, in gevangenissen en noodhospitaals in de oorlogsgebieden.

Kloosterleven binnenstebuiten

Om deze concrete religieuze toewijding mogelijk te maken, moest Vincentius wel eerst de bestaande kloostervormen vernieuwen: de meeste religieuze gemeenschappen van zijn tijd hadden namelijk een vrij gesloten karakter en waren sterk naar binnen gericht. Daardoor was het veel moeilijker om zich in te zetten voor de armen en mensen in nood. Vincentius brak die vorm open: ‘ons klooster, dat is de wereld’. Ook de dagindeling van zijn gemeenschappen veranderde: er waren vaste momenten van gebed en regelmatige samenkomsten van de hele gemeenschap, maar de meeste tijd werkten deze mannen en vrouwen buitenshuis, overal waar ze nodig waren. Een gevleugelde uitspraak in dit verband was ook: ‘God om God verlaten’. Nood breekt wetten, soms is het nodig om bepaalde religieuze vormen los te laten, om op die manier gehoor te kunnen geven aan het appèl van God.

Midden in de wereld

Na de dood van Vincentius hebben veel ordes en congregaties deze door hem ingevoerde, open en actieve vorm van religieus leven overgenomen. Ook onze congregatie is vormgegeven naar het Vincentiaanse model: onze huizen staan midden in de wereld, ook wij zijn ‘actieve’ religieuzen en veel van ons werk richt zich op mensen die arm zijn of in de marge van de samenleving leven (armoede kan veel verschillende gedaanten hebben). In onze organisatie, ons werk en onze visie op kerk-zijn laten we ons dus nog altijd door Vincentius inspireren.